Verloop of fases van de perimenopause

De perimenopauze verloopt in verschillende fasen, met elk hun eigen hormonale veranderingen en mogelijke klachten:

    • Daling van progesteron.

    • Hoog en sterk schommelend oestrogeen niveau.

    • Geleidelijke daling van oestrogeen.

    • Mogelijke ontwikkeling van insulineresistentie.
 

1. Lager progesteronniveau.


Het lichaam maakt veel gemakkelijker oestrogeen aan dan progesteron. Oestrogeen wordt al in de aanloop naar de eisprong geproduceerd en kan zelfs zonder eisprong in flinke hoeveelheden aanwezig zijn. Progesteron daarentegen komt pas ná de eisprong vrij, en ovuleren is in de perimenopauze steeds moeilijker.

De follikels in de eierstokken zijn minder actief en reageren minder goed, waardoor er vaker anovulatoire cycli ontstaan en er weinig tot geen progesteron wordt aangemaakt. Het verlies van progesteron merk je direct, omdat dit hormoon onder meer invloed heeft op je immuunsysteem en vooral op je hersenen.

Als je lichaam zich hier niet soepel aan kan aanpassen, kunnen klachten ontstaan zoals:

    • stemmings- en slaapstoornissen

    • opvliegers en hartkloppingen

    • migraine

    • auto-immuunreacties

    • hevige menstruaties
 

2. Hoog en schommelend oestrogeen niveau.


In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, daalt oestrogeen in de perimenopauze meestal niet geleidelijk. Vaak zie je juist flinke pieken – soms wel drie keer hoger dan in je jongere jaren – afgewisseld met scherpe dalingen.

Professor Prior beschrijft dit als ‘de grote finale van de eierstokken’: een ware vuurwerkshow. 

Deze schommelingen kunnen leiden tot:

    • Klachten van een hoog oestrogeenniveau (hevige menstruaties, pijnlijke borsten, prikkelbaarheid).

    • Klachten van een dalend oestrogeenniveau (nachtelijk zweten, somberheid).

3. Lager oestrogeenniveau.


In de menopauze neemt de aanmaak van oestrogeen sterk af. Toch wordt er nog plaatselijk oestrogeen geproduceerd in weefsels zoals hart en hersenen, en in kleinere mate (ongeveer 10%) ook in de eierstokken.

Het lichaam past zich hierop aan door het aantal en de gevoeligheid van oestrogeenreceptoren te verhogen. Dit proces kan maanden tot jaren duren en kan verklaren waarom overgangsklachten soms lang blijven aanhouden.

De symptonen die daar bij horen zijn:

    • Opvliegers en nachtelijk zweten.

    • Stemmings- en slaapstoornissen.

    • Vaginale droogheid.

    • Lichaamspijn.

    • Gewichtstoenamen rond je middel.

4. Mogelijke insulineresistentie.


Vrouwen die eerder PCOS (polycysteus-ovariumsyndroom) hadden, lopen tijdens de menopauze een verhoogd risico op insulineresistentie en gewichtstoename.
De reden hiervoor is dat de kernkenmerken van PCOS – een overschot aan androgenen en insulineresistentie – zonder behandeling vaak verder verergeren in deze fase van het leven.